elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: ellenwaar

ellenwaar , ëllewaar , onzijdig , waar, die per el verkocht wordt.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
ellenwaar , ellewaar , manufacturen.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
ellenwaar , ellewaer , zelfstandig naamwoord , ellewaere , ellewaertie , textiel (stoffen die per el werden verkocht) Ze liepe met d’r ellewaer langs de deur Zie ook de pak
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
ellenwaar , ellewaar , ellewaart , zelfstandig naamwoord, vrouwelijk , tweede vorm Nederweerts; textiel (stoffen)
Bron: Feijen, Jan (2013), Zoeë Kalle Vae - Weertlands woordenboek, Weerd.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal