elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: elkeen

elkeen , elkenijn , (elk-en-een) = iederenijn = elkeen, iedereen, met de beteekenis van: alles dooreen, ook wat slecht bij elkander past, tegengestelde van wat uitgezocht, uitgelezen is. Op het Hoogeland wordt het in nog ruimeren zin opgevat, zelfs op werkzaamheden toegepast; elkenijn komt’oar = jan-en-alleman komt daar; elkenijn is op ’t net, wanneer men er bv. platvisch op ziet in plaats van paling; elkenijn ligt op stroat, dat is allerlei soort van vuil ligt op straat; elkenijn mōs ’k gusteroavend nog doun = ik moest nog allerlei bezigheden verrichten. In ’t algemeen dus zooveel als: van alles wat, in minachtenden zin. (v. Dale: elkendeen (gewestelijk), van: elk ende een = elkeen.) Drentsch elk en een.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
elkeen , elk-end’een , iedereen.
Bron: Beets, A. (1927), ‘Utrechtsche Volkswoorden en Volksgezegden’, in: Driemaandelijksche bladen 22, 1, 1-30, 73-84. Groningen
elkeen , elkenein , elkeneine , iedereen. Dät koomp elkenein te passe: dat kan iedereen gebruiken.
Bron: Jonker, L. & H.G. van Grol (z.j., ca 1940), Woordenboek dialect van Vriezenveen
elkeen , elkien , onbepaald voornaamwoord , (Zuidwest-Drenthe, zuid, Zuidoost-Drents zandgebied) = ieder Elkiene kan wel begriepen dat het zo niet deur kan gaon (Uff)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
elkeen , ielken , iedereen. ielken diejen moetr zunnen zegen ovver sloon, iedereen bemoeit er zich mee.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
elkeen , èllekendjeen , bijwoord , iedereen, * Anoniem Etten, West Noord-Brabants Idioticon A – Z, ± 1929.
Bron: Verschuren, Frans (2000), Tètte-leurs Woordeboek. Zèège n'èn Schrijve meej plotjes, Etten-Leur.
elkeen , elkeniene , voornaamwoord , iedereen, elke persoon
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
elkeen , ekerèin , onbepaald voornaamwoord , iedereen
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
elkeen , elkene , elkiene , iedereen.
Bron: Scholtmeijer, H. (2011), Veluws handwoordenboek, Almere.
elkeen , èlkendêen , voornaamwoord , elkeen, iedereen; B elkendeen; — Van elk+een met epenthetische d; Bosch elkendeen - iedereen
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal