Woord: biggentang
biggentang , biggentang , biggetang
, Ook biggetang (Kop van Drenthe) = tang om slagtanden van biggen af te breken Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum |
biggentang , baggetèngske
, biggentangetje. mè ’t baggetèngske wiere de tèndjes geknipt, met het biggentangetje werden de tandjes geknipt; zodat de biggetjes de zeug geen pijn deden bij het zogen. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
biggentang , baggetèngske
, biggentangetje Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk. |