elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: begraven

begraven , begroaven , inkuilen, van aardappelen, wortelen, enz.; dubbeld begroaven = met eene dubbele laag van stroo en aarde bedekken.
Bron: Molema, H. (1895), Woordenboek der Groningsche Volkstaal in de 19e eeuw (handschrift met aanvullingen op gedrukte editie uit 1887)
begraven , begroaven , [werkwoord] , 1 begraven.; 2 wotter begroaven = zo lang graven, tot men water heeft.
Bron: K. Ter Laan (1952), Nieuw Groninger woordenboek, 2e druk (herdruk 1989), Groningen
begraven , begraave , begrouf, haet of is begraave , begraven. Dao wol ich noch neit begraave zeen: uitdrukking van misnoegen of geringschatting over een bepaalde plaats.
Bron: Schelberg, P.J.G. (1986), Woordenboek van het Sittards dialect, Amsterdam
begraven , [ter aarde bestellen] , begrääm , begraem , begräf (verleden deelwoord) begraven (werkwoord).
Bron: Bos-Vlaskamp, G. e.a. (1994), Olster woorden, Olst.
begraven , begraem , begraem, befraem/begraefd , begraven.
Bron: Werkgroep Dialekt van het Cultuur Historisch Genootschap Raalte (1995), Nieuw Sallands Woordenboek, Raalte
begraven , begraven , sterk werkwoord, overgankelijk , begraven We zullen wat rommel begraeven (Dwi), As wie vrouger dikke steinen vunden, begreuven wie dei (Bov), Dat is gauw gaon, nei weke woensdag wordt e al begraven (Hijk), Wij mut de eerappels nog begraven poten (Dwij) *Het is zo dreug, je kunt gien waoter begraoven (Eev)
Bron: Kocks, G.H. (1996-1997), Woordenboek van de Drentse Dialecten (WDD), Assen: Van Gorcum
begraven , begraoven , begraven.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.
begraven , begraven , begraven
Bron: Fien, A., Ph.C.G.M. Bloemhoff-de Bruijn en J. Gunnink (2000), Woordenboek van de Kamper Taal, Kampen
begraven , begreven , begraeven , werkwoord , 1. begraven van dode mensen of dieren, in een graf leggen 2. in de grond verbergen
Bron: Bloemhoff, H., J. Withaar, A. Bloemhoff en T. Bontekoe (2005), Stellingwarfs-Nederlands Verklarend Handwoordenboek (SNVH), Berkoop/Oldeberkoop: Stichting Stellingwarver Schrieversronte.
begraven , begraefs , uitdrukking , Hij mot te begraefs Hij gaat naar een begrafenis
Bron: Werkgroep Dialecten Hoeksche Waard (2006), Hoekschewaards woordenboek, Klaaswaal.
begraven , begraove , werkwoord , begraven , (zie: 'graven') VB: V'r hebben 'm hûi ién alle sjtelte begraove, hèt 't zoe gewêld. Zw: Doed en begraove zién: al lang vergeten zijn.; afzonderen (zich afzonderen) zich begraove (zie 'graove'); overstelpt (begraven worden met) zich begraove VB: Es te dat hoés eleng môs vêrdig mäoke, begreufs te dich drié n, menneke.; schuld (zich in de schuld steken) zich begraove (zie: 'graven') VB: Mêt dat hoés te géle hèt 'r zich begraove.
Bron: Jaspars, G. en H. Fiévez (2006-2008), Woordenboek van het Gronsvelds, Gronsveld/Ryckholt
begraven , begraave , begraven
Bron: Bergh, N. van den, e.a. (2007), Um nie te vergeete. Schaijks dialectboekje, Schaijk.
begraven , begrâve , begrôve , begraven
Bron: Laat, G. de (2011), Zoo prôte wèij in Nuejne mi mekaâr, Nuenen
begraven , begraove , sterk werkwoord , begraove - begroef - begraove , begraven; Cees Robben: begraoven in en kiest van waajbôomehout; hij is begraove; Pierre van Beek: van den èèrme begraove - op kosten v.h. Burgerlijk Armbestuur (Tilburgse Taaklplastiek 181); Pierre van Beek: meej et klèèn bimke begraove - met slechts het gelui van het kleinste klokje, wegens onvermogendheid, op kosten v.h. burg. armbestuur (Tilburgse Taaklplastiek 181); Mandos - Brabantse spreekwoorden (2003) - in iemes zen hart begraove liggen as en boerekónt in en turkslèère broek (Daamen, Handschrift Tilburgs (1916):) - In iemands hart gesloten zijn; begraove - begroef - begraove (geen vocaalkrimping)
Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal