Woord: beergelt
beergelt , beergelt
, dekrijpe zeug. Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden. |
beergelt , beergelt , zelfstandig naamwoord
, fokvarken (Den Bosch en Meierij) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
beergelt , birgelt , zelfstandig naamwoord
, dekrijp varken (Tilburg en Midden-Brabant) Bron: Swanenberg, A.P.C. (2011), Brabants-Nederlands: Nederlands-Brabants: Handwoordenboek, Someren |
beergelt , birgèlt , zelfstandig naamwoord
, WBD vrouwelijke, niet meer zuigende big; Haor. BIRGELT - dekrijp varken Bron: Sterenborg, W. en E. Schilders (2014), Woordenboek van de Tilburgse Taal (WTT), Tilburg: Stichting Cultureel Brabant |