elektronische Woordenbank van de Nederlandse dialecten (eWND)

Woord: bange schijter

bange schijter , [bang persoon] , bangeschîtert , Bange knaap of meisje; ook van volwassenen gezegd.
Bron: Draaijer, W. (2e druk 1936), Woordenboekje van het Deventersch Dialect, Deventer: Kluwer.
bange schijter , bangescheitert , bangerik. wa bènde gij toch unnen bangescheitert, wat ben jij toch een bangerik.
Bron: Zegers, A. (1999), Het dialect van het land van Ravenstein, in het bijzonder van Uden en Zeeland, Uden.


<< vorige pagina

Gelieve als bronverwijzing te gebruiken:
Sijs, Nicoline van der (samensteller) (2015-), eWND, op ewnd.ivdnt.org,
gehost door het Instituut voor de Nederlandse Taal