Home

Inleiding Cent Daalder Stuiver Gierigheid, gierigaard, vrek

Geldnamen

door Ewoud Sanders

Voorpublicatie uit: Voor een dubbeltje op de eerste rang. 1001 spreekwoorden en zegswijzen over Nederlands geld.

Op 2 januari 2002 is het zover: dan ruilen wij onze Nederlandse munten en biljetten definitief in voor euro’s. De belangrijkste taalkundige vraag is: zal de euro onze geldnamen om zeep brengen? Anders gezegd: gaan woorden als stuiver, dubbeltje, kwartje en gulden verdwijnen? En hoe zit het met onze volksnamen voor geld? Kunnen padvinders binnenkort geen heitje meer voor hun karweitje vragen? En is je gulden op de markt straks geen daalder meer waard?

Feitelijk zit het zo. Per 1 januari vallen een paar munten en biljetten weg, namelijk het kwartje en de rijksdaalder, en de briefjes van vijfentwintig, van tweehonderdvijftig en van duizend. Er komen ook enkele munten en biljetten bij: het gaat om munten van 2, 20 en 50 eurocent en om biljetten van 5, 20, 200 en 500 euro. Voor die nieuwe munten en biljetten komen wellicht nieuwe namen, maar de vraag is nu: welke geldwoorden verdwijnen er?

Nou heb je kans dat de volksnaam vuurtoren voor het briefje van tweehonderdvijftig gulden een stille dood zal sterven. Het is ook goed mogelijk dat we straks onze kinderen moeten uitleggen wat een rijksdaalder of een riks was. Maar niemand hoeft zich zorgen te maken over de stuiver, het dubbeltje, het kwartje of de gulden.

Waarom niet? Omdat met name in spreekwoorden en zegswijzen woorden heel lang kunnen voortleven, zelfs als we ze niet meer begrijpen. Zo kent iedereen de uitdrukking op zijn falie krijgen, maar wie weet dat falie oorspronkelijk — in de Middeleeuwen — een soort wijde regenmantel was? Er zijn geen spreekwoorden met rijksdaalder of riks, maar er zijn genoeg algemeen bekende uitdrukkingen met enkele andere muntnamen.

Op deze site zijn de spreekwoorden en zegswijzen bij elkaar gezet met cent, daalder, en stuiver. Bovendien zijn de uitdrukking met als betekenis ‘gierigheid, gierigaard, vrek’ bijeengebracht. Al die uitdrukkingen zijn bijeengesprokkeld uit de voornaamste spreekwoordenboeken uit de afgelopen honderdvijftig jaar (waarin de spreekwoordenschat uit zes eeuwen is vastgelegd). Veel gelduitdrukkingen zijn inmiddels in onbruik geraakt, andere houden nu al eeuwen stand en soms zie je dat oude spreekwijzen nieuwe muntnamen adopteren. Zo zei men oorspronkelijk — in het begin van de 17de eeuw, en waarschijnlijk al eerder — wie tot een blank geboren is, zal zijn leven geen stuiver rijk worden. Men zei ook: wie tot een penning geboren is, kan tot geen stuiver komen. Er zijn tevens varianten met stuiver/daalder, stuiver/dubbeltje en stuiver/gulden. Wij zeggen nu: wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje.

Het gaat hier om een selectie uit het boek Voor een dubbeltje op de eerste rang. 1001 spreekwoorden en zegswijzen over Nederlands geld van Ewoud Sanders. Dit verschijnt bij uitgeverij Prometheus en kost fl. 24,80. Als de betekenis van de uitdrukking voor zich spreekt, is geen toelichting opgenomen. Speciaal aan deze website toegevoegd uit het materiaal van het Meertens Instituut zijn kaartjes over de verspreiding van dialectnamen voor de cent, de daalder en de stuiver.

Op de website van NRC Handelsblad staat een andere selectie uit dit boek; ook in het tijdschrift Onze Taal is een voorpublicatie verschenen.

Inleiding Cent Daalder Stuiver Gierigheid, gierigaard, vrek