2009 in vogelvlucht

altfoto Irene Stengs: Een nieuwe wereldburger in oud Amsterdam

Ook in 2009 stond het onderzoek vooraan bij de doelstellingen van het instituut. De cijfers geven aan dat de omvang en de kwaliteit van de publicaties per medewerker verder zijn toegenomen. Daarnaast is het instituut er in 2009 in geslaagd om zich te profileren als een nationaal centrum voor technologische innovatie binnen de geesteswetenschappen.

Op het gebied van de etnologie vallen in het bijzonder de prestaties op van de nieuwe PhD-student Sophie Elpers (project Erfenis van het verlies? Wederopbouwboerderijen en de culturele omgang met traditie, modernisering en de Tweede Wereldoorlog, in samenwerking met NIOD en UvA) die naast het schrijven van het populair wetenschappelijke nieuwjaarsboekje Hollandser dan kaas een internationaal boek heeft geredigeerd Landwirtschaftliches Bauen im Nordwesten zwischen 1920 und 1950 (met eigen bijdrage) en tevens aan de wieg heeft gestaan van het eind 2009 verschenen, internationale, digitale tijdschrift op het terrein van de etnologie Quotidian (Amsterdam University Press).

Voor de variatielinguïstiek valt in de categorie publicaties in A-tijdschriften het artikel Syntactic doubling and the structure of wh-chains op, dat drie leden van het EU-gefinancierde Edisyn-project (Sjef Barbiers, Olaf Koeneman en Marika Lekakou) hebben gepubliceerd in Journal of Linguistics. In dat artikel bespreken zij het in dialecten veel voorkomende verschijnsel van de verdubbeling van vraagwoorden (“Wat denk je wie het boek gelezen heeft?” of “Wie denk je wie het boek gelezen heeft?”) vanuit een theoretisch linguïstisch perspectief. Deze zogenaamde ‘lange afhankelijkheden’ waren tevens het centrale onderwerp van bestudering van de KNAW-visiting professor Marcel den Dikken (City University New York) die het instituut in het najaar heeft bezocht.

Met trots kunnen wij vermelden dat DOC Lied (o.l.v. Martine de Bruin en Louis Grijp) de Jahrespreis der deutschen Schallplattenkritik en een Edison in de categorie Wereldmuziek heeft ontvangen voor het uitbrengen van de Cd-box Onder de Groene Linde en dat Sharon Unsworth de Keetje Hodshon prijs (Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen) heeft gewonnen voor haar onderzoek naar taalverwerving. Tenslotte is het Team Van Oostendorp genomineerd voor de Academische Jaarprijs 2009 (NRC/NWO/KNAW) met de Taaldetector.

Technologie

Drie nationale programma’s zijn in 2009 van start gegaan: Alfalab (KNAW), CATCH+ (NWO) en CLARIN (ESFRI/NWO). In deze programma’s is het instituut prominent aanwezig. Binnen Alfalab werkt het instituut aan het toegankelijk maken van veldnamen met behulp van geografische software (GIS). In WITCHCRAFT+ (onderdeel van CATCH+) wordt door liedspecialisten samengewerkt met informatici om te komen tot een webgebaseerde zoekmachine voor melodieën. Het CLARIN-programma betreft een initiatief om een Europese infrastructuur te ontwikkelen voor onderzoek naar taal en tekst. Het instituut heeft de ambitie om zich te manifesteren als nationaal en internationaal CLARIN-centrum en heeft daarvoor extern de middelen verworven.

De nieuwe, technologische oriëntatie van het instituut wordt verder onderstreept door een substantiële uitbreiding van de populaire website van het instituut (in 2009: 45 miljoen page views van 1,5 miljoen unieke bezoekers). De servers van het instituut kregen het in september zwaar te verduren toen het Soundbites-project (honderden uren dialectopnamen) online ging, en in december toen de vernieuwde familienamenbank gelanceerd werd.

Kernpublicaties
 

Barbiers, S., O. Koeneman & M. Lekakou (2009). Syntactic doubling and the structure of WH-chains. Journal of Linguistics 45, 1-46.

Dibbits, H.C. (2009). Furnishing the salon: symbolic ethnicity and performative practices in Moroccan-Dutch interiors. International Journal of Consumer Studies 33, 550-557.

Spruit, M. R., W. Heeringa & J. Nerbonne (2009). Associations among linguistic levels. Lingua 119 (11), 1624-1642.

Stengs, I.L. (2009) Death and Disposal of the People’s Singer. The body and bodily practices in commemorative ritual. Mortality 14 (2), 102-118.